Algemeen

Hoofdlijnen

Inleiding

In dit onderdeel van de begroting presenteren wij u het financieel meerjarenbeeld op hoofdlijnen en geven wij in het kort inzicht in de algemene financiële ontwikkeling, het weerstandsvermogen en overige bijzonderheden. Voor een uitgebreide toelichting op de financiële ontwikkelingen verwijzen wij u naar het hoofdstuk ‘Financieel meerjarenbeeld’.

We zijn verheugd u een reëel sluitende begroting aan te kunnen bieden.

Het collegeprogramma is verwerkt in de voorliggende meerjarenbegroting 2023-2026. Vanwege het ontbreken van een kadernota vindt u daarom het nieuwe beleid volledig terug in deze begroting. In deze begroting vindt dus de integrale afweging plaats.

Het economisch perspectief ziet er in de eerste 3 jaren goed uit met name door de groei van de algemene uitkering. De financiële ruimte in het begrotingssaldo maakt het mogelijk vanuit het collegeprogramma te werken aan nieuw beleid, nieuwe plannen en ambities voor onze gemeente, haar inwoners en bedrijven. Het laatste jaar is niet structureel sluitend. Voor dit jaar spelen meerdere onzekerheden en onduidelijkheden die zowel positief als negatief het saldo kunnen beïnvloeden. Het saldo dat wij presenteren is reëel op basis van de huidige inzichten.

De meicirculaire 2022 (uitkering uit het gemeentefonds) laat een bijzonder positief beeld zien. In 2022 groeit de algemene uitkering met € 5 miljoen. Dit bedrag loopt op tot € 12,8 miljoen in 2025 om daarna te zakken naar € 6,5 miljoen in 2026. Dit laatste jaar wordt daarom ook wel het ravijnjaar genoemd. Een belangrijk onderdeel van de stijging van de algemene uitkering is de verwerking van de herijking van het gemeentefonds en de opschorting van de opschalingskorting in de jaren 2023 tot en met 2025. In 2026 komt de opschalingskorting volledig terug en daalt de algemene uitkering weer. Met het oog op een door het Rijk aangekondigde nieuwe bekostigingssystematiek is er ook geen groei opgenomen in 2026.

De positieve ontwikkeling van de algemene uitkering is grotendeels toe te schrijven aan de zeer hoge geplande uitgaven (trap op) van het Rijk begin 2022. Mocht het Rijk er niet in slagen deze uitgaven gezien de huidige marktomstandigheden ook daadwerkelijk te realiseren, dan is er sprake van onderuitputting (trap af). Daardoor kunnen de geraamde bedragen in de algemene uitkering in volgende circulaires naar beneden bijgesteld worden.

In 2023 is de compensatie van de tekorten in de jeugdzorg in de algemene uitkering verwerkt. Het Rijk heeft deze middelen echter nog niet voor alle jaren toegekend. Voor de jaren na 2023 hebben wij de compensatie volgens de Commissie van Wijzen voor 100% als inkomsten stelpost opgenomen.

Eind van dit jaar krijgen wij inzicht in de acties die volgen uit de mogelijke voordelen van de hervormingsagenda jeugd. Het kabinet wil in het kader van de hervorming van de jeugdzorg een pakket maatregelen invoeren, waardoor gemeenten als uitvoerende organisaties minder middelen nodig hebben. Eventuele besparingen in de vorm van lagere lasten door rijksmaatregelen in de jeugdzorg hebben wij vooralsnog niet in de begroting opgenomen.

Naast de verschillende onduidelijkheden en onzekerheden in de algemene uitkering worden wij ook geconfronteerd met andere punten, zoals de Omgevingswet en de huidige economische ontwikkelingen.

Bij het opstellen van de begroting 2023-2026 is de coronacrisis nagenoeg voorbij, maar zijn de effecten wel versterkt door het conflict in de Oekraïne en opgegaan in andere crisissen. We noemen de energiecrisis, oplopende inflatie, woningtekort en krapte op de arbeidsmarkt welke een grote druk op de komende meerjarenbegrotingen leggen. Het is de vraag of de algemene uitkering voldoende mee stijgt om deze hogere kosten op te vangen. 

Alhoewel er zeker zorgen zijn over het structurele perspectief voor 2026 en verder, laat ons weerstandsvermogen een hoog niveau zien. De algemene reserve is verder opgelopen bij een nagenoeg gelijkblijvend risicoprofiel. Dit resulteert in een ratio van 7,4.

In deze begroting zijn veel nieuwe ontwikkelingen en mutaties opgenomen. In de financiële hoofdlijnen is een tabel opgenomen met de grootste mutaties, groter dan € 100.000.

Financieel meerjarenbeeld

Het actuele financieel meerjarenbeeld ziet er als volgt uit:

Het saldo in de primitieve begroting 2022 was in het jaar 2023 € 1.051.000 positief. Na de begroting 2022-2025 is de 1e Voortgangsrapportage 2022 vastgesteld met een negatief effect van € 118.000. De mutaties die volgen uit de 2e voortgangsrapportage komen in 2023 uit op een voordeel van € 4.670.000. De mutaties in deze begroting zijn samengeteld € 5.995.000 negatief, hoofdzakelijk door nieuw beleid voor de uitvoering van het collegeprogramma. Dit leidt tot een nieuw negatief begrotingssaldo in 2023 van € 392.000. Na de eliminatie van incidentele baten en lasten komt het structurele begrotingssaldo uit op € 576.000 (positief) in 2023.

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Primitieve begroting 2022-2025

1.571

1.051

1.625

1.903

2.002

1e Voortgangsrapportage 2022

-1.230

-118

724

-249

-337

2e Voortgangsrapportage 2022

519

4.670

8.042

10.336

2.754

Wijzigingen tot de begroting 2023-2026

0

0

0

0

0

Stand tot de begroting

860

5.603

10.390

11.990

4.419

1. Autonome ontwikkelingen

0

-518

-1.132

-1.409

-1.655

2. Actualisatie bestaand beleid

0

184

-1.337

-1.023

-659

3. Nieuw beleid

0

-588

-171

-171

-171

5. Collegeprogramma

0

-5.072

-4.041

-3.878

-3.882

Totaal mutaties begroting

0

-5.995

-6.681

-6.482

-6.367

Saldo meerjarenbegroting 2023-2026

860

-392

3.709

5.508

-1.948

Eliminatie incidentele baten en lasten

968

-716

228

60

Structureel begrotingssaldo

576

2.993

5.736

-1.888

Structureel en reëel evenwicht

Op grond van de voorschriften (BBV) dienen wij inzichtelijk te maken of er in de begroting en meerjarenraming sprake is van een structureel evenwicht. Hiervoor is inzicht in de incidentele baten en lasten nodig. Incidentele lasten beïnvloeden het structurele begrotingssaldo positief en incidentele baten negatief. Door het saldo van de incidentele baten en lasten te betrekken bij het financieel meerjarenbeeld ontstaat een beter inzicht in het structurele evenwicht van onze begroting.

Presentatie structureel begrotingssaldo
(bedragen x € 1.000)

2023

2024

2025

2026

Saldo meerjarenbegroting 2023-2026 na bestemming

-392

3.709

5.508

-1.948

Eliminatie incidentele baten en lasten (- = baten )

968

-716

228

60

Structureel begrotingssaldo

576

2.993

5.736

-1.888

Bij het onderdeel financiën presenteren wij het 'Overzicht van incidentele baten en lasten'. In 2023 zijn de incidentele lasten hoger dan de incidentele baten. In 2024 is dit omgekeerd. Elimineren we incidentele baten en lasten dan heeft dit een positief effect op het structurele meerjarenbeeld in 2023, 2025 en 2026 en een negatief effect in 2024.
Op basis van de toezichtvoorschriften van de provincie moet óf het jaar 2023 óf het laatste jaar 2026 structureel en reëel sluitend zijn. Wij concluderen dat de nu voorliggende meerjarenbegroting hier aan voldoet en dus structureel en reëel sluitend is.

Toelichting financiële ontwikkelingen

Bedragen x € 1.000

Mutatie omschrijving

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Overzicht van de mutaties >= € 100.000

1. Autonome ontwikkelingen

-504

-975

-1.299

-1.505

Aanpassen bijdrage BVO DRAN (doelgroepenvervoer)

-83

N

-128

N

-220

N

-306

N

Aanpassing rente grondexploitaties

162

V

58

V

-165

N

-113

N

Actualisatie rente taakvelden en rente taakveld Treasury

-471

N

-736

N

-710

N

-770

N

Actualiseren bijdrage gemeenschappelijke regeling VGGM

-102

N

-102

N

-102

N

-102

N

Actualiseren bijdragen aan de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling sociaal domein centraal Gelderland

-230

N

-215

N

-201

N

44

V

Bijdrage aan VGGM onderdeel Brandweer

-148

N

-148

N

-148

N

-148

N

Bijdrage Regionale ICT-Dienst (RID)

-163

N

-163

N

-163

N

-163

N

Stijgende gas- en elektriciteitskosten

-236

N

-236

N

-236

N

-236

N

Volumestijging Wmo 2026

0

V

0

V

0

V

-321

N

Voortzetting dienstverlening met Scalabor voor uitvoering WSW

-80

N

-140

N

-175

N

-200

N

Vrijval stelpost indexatie 2023

847

V

835

V

822

V

810

V

2. Actualisatie bestaand beleid

403

-1.114

-866

-507

Actualisatie afschrijvingen MJB 2023-2026

1.528

V

-69

N

-87

N

131

V

Formatie uitvoering Jeugd en Wmo

-1.035

N

-1.035

N

-1.035

N

-1.035

N

OZB-woningen

0

V

0

V

76

V

152

V

Reisdocumenten en rijbewijzen

-90

N

-10

N

180

V

245

V

3. Nieuw beleid

-400

0

0

0

Ontwikkelen/uitwerken dorpenplan Lathum

-400

N

0

V

0

V

0

V

5. Collegeprogramma

-3.885

-3.197

-3.167

-3.195

Bestrijden van ernstige overlast en criminaliteit

-260

N

-120

N

-120

N

-120

N

Budgettaire ruimte voor preventieve voorzieningen

-134

N

0

V

0

V

0

V

Doelmatiger subsidiebeleid

-135

N

-70

N

-70

N

-70

N

Extra formatie handhavingsinzet op straat

-194

N

-193

N

-193

N

-193

N

Groeien naar een aantrekkelijker werkgever

-345

N

-445

N

-445

N

-445

N

Herijken lokale belastingen

-409

N

-409

N

-409

N

-409

N

Integraal beleidsplan openbare ruimte

-446

N

-359

N

-488

N

-684

N

Niet verhogen OZB in 2023 (amendement A1)

-296

N

-296

N

-296

N

-296

N

Regionale agenda Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen 2023-2025

-210

N

-210

N

-210

N

-210

N

Uitbreiding formatie ruimtelijke ordening en vergunningverlening

-172

N

-172

N

-172

N

-172

N

Uitvoeren beleidskader vrijetijdseconomie Zevenaar 2030

-238

N

-238

N

-230

N

-230

N

Uitvoeringskosten Omgevingswet

-190

N

-190

N

-190

N

-190

N

Verbeteren functioneel beheer informatievoorziening

-129

N

-129

N

-77

N

-77

N

Verbeteren van de datahuishouding en het datagedreven werken

-128

N

-168

N

-168

N

0

V

Voorbereiding organisatieontwikkeling

-500

N

-100

N

0

V

0

V

Waardering mantelzorgers

-100

N

-100

N

-100

N

-100

N

(V = Voordeel; N = Nadeel)

Een toelichting op de bovenstaande posten kunt u terugvinden op de afzonderlijke programma's en in het onderdeel 'Financieel meerjarenbeeld'. In de bijlagen is een totaaloverzicht van de mutaties opgenomen.

Weerstandsvermogen

Op basis van de recente actualisatie geeft de ratio de volgende uitkomst:

Ratio weerstandsvermogen = 

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

37.616.000

=

7,42

Benodigde weerstandscapaciteit

5.068.000

Het weerstandsvermogen van onze gemeente kan als uitstekend worden gekenmerkt. De ratio moet minimaal 1,0 zijn. Dit betekent dat de financiële risico’s ruimschoots zijn afgedekt.

Deze pagina is gebouwd op 11/23/2022 11:02:30 met de export van 11/23/2022 10:39:38